BACnet

Laatst bijgewerkt op 15 oktober 2025

BACnet en gebouwautomatisering vormen samen de basis voor hoe moderne gebouwen energie, comfort en onderhoud beheren. In dit artikel leg ik in eenvoudige taal uit wat BACnet is, waarom het belangrijk is voor gebouwbeheer en GACS-compliance, en welke onderdelen (objecten, services, netwerken) je tegenkomt wanneer je een GBS inricht.

Wat is BACnet en gebouwautomatisering

BACnet (Building Automation and Control Networks) is een open communicatiestandaard, vastgelegd in ISO 16484-5. Het doel is simpel: apparaten van verschillende fabrikanten laten samenwerken zonder vendor lock-in. Je ziet BACnet terug in systemen zoals HVAC, verlichting, toegangscontrole, meters en zonwering. In veel projecten is de koppeling met gebouwbeheer essentieel voor GACS-rapportages en energieoptimalisatie.

Belangrijkste kenmerken

  1. Open standaard — geen licenties of vendor lock-in
  2. Interoperabiliteit — apparatuur van verschillende merken werkt samen
  3. Objectgeoriënteerd — data wordt georganiseerd in objecten (bijv. Analog Input)
  4. Netwerk-onafhankelijk — werkt over IP (BACnet/IP), MS/TP of draadloos
  5. Flexibel en schaalbaar — van klein kantoor tot grote campus

Architectuur: lagen en netwerktypen

Lagenmodel

BACnet is niet strikt OSI, maar je kunt het wel mappen op lagen die je kent:

  1. Applicatielaag — objecten, properties en services
  2. Netwerklaag — routering tussen BACnet-netwerken
  3. Datalinklaag — fysieke transportmethode (Ethernet, MS/TP)
  4. Fysieke laag — bekabeling en hardware (RS-485, UTP, Wi‑Fi)

Netwerktypen en hun gebruik

De twee meest gangbare opties zijn BACnet/IP en BACnet MS/TP. BACnet/IP gebruikt UDP (poort 47808) en is geschikt voor supervisieniveau en snelle controller-communicatie. MS/TP draait over een RS-485 seriële bus en is gangbaar op veldniveau voor sensoren en klepregelaars. In de praktijk wordt vaak een IP-backbone gecombineerd met MS/TP-veld-bussen; routers vertalen tussen die werelden.

Objecten en services: hoe data wordt georganiseerd

BACnet is objectgeoriënteerd: elk datapunt is een objecttype met properties (zoals Present Value). Hieronder staan veelgebruikte objecttypen en hun functie.

ObjecttypeFunctieVoorbeelden
Analog Input (AI)Lezen van analoge sensorgegevensTemperatuur, CO₂, druk
Analog Output (AO)Analoog sturen van actuatorenKlepstand, toerental ventilator
Analog Value (AV)Interne waarden en setpointsSetpoints, banden
Binary Input (BI)Digitale statussen uitlezenDeurcontact, storingssignaal
Binary Output (BO)Digitale aansturingPompen aan/uit, verlichting
ScheduleTijdprogramma’sWerk-/weekendregeling HVAC
Trend LogHistorische data loggingTemperatuurverloop, energie
DeviceIdentificatie en communicatie tussen apparatenRouter, controller, gateway

Kernservices

ServiceFunctie
ReadPropertyUitlezen van een property
WritePropertyInstellen van een property (bijv. setpoint)
Who-Is / I-AmApparaatdetectie op het netwerk
SubscribeCOVEvent-based updates (Change of Value)
ReadRangeOphalen van historische Trend Log-gegevens

COV (Change of Value) is efficiënt: een controller stuurt alleen updates als een waarde echt verandert, in plaats van constant te polllen.

Controllers, fabrikanten en integratie

BACnet wordt door veel leveranciers ondersteund. De keuze hangt af van gebouwgrootte, gewenste regelstrategie en integratiebehoefte. Enkele namen die je regelmatig ziet:

  1. Priva — klimaatregelaars, IP & veldcontrollers, integratie met cloud
  2. Siemens — Desigo IP-controllers, grote utiliteit en ziekenhuizen
  3. Schneider Electric — SmartX / SpaceLogic
  4. Honeywell — ComfortPoint / Open
  5. Johnson Controls — Metasys BACnet
  6. Trend Controls — populair in kantoren
  7. Belimo — BACnet-kleppen en sensoren

Controllers kunnen standalone draaien of onder supervisie. IP-controllers bevatten vaak eigen logica, schema’s en trendlogs; veldcontrollers werken vaak decentraal op MS/TP.

Praktische tips voor beheer en datatoegang

Bij het ontsluiten van BACnet-data let je op een paar praktische zaken:

  1. Documenteer objectnamen en IDs helder—dat voorkomt fouten bij uitlezing.
  2. Gebruik COV-subscribes waar mogelijk om netwerkverkeer te beperken.
  3. Plan routers tussen IP en MS/TP zorgvuldig (segmentatie en latency).
  4. Houd rekening met beveiliging en isolatie van management-netwerken; cloud en cybersecurity blijven belangrijk.
  5. Zorg dat trendlogs en schedules centraal inzichtelijk zijn voor energie-analyse en GACS-verantwoording.

Voor handboeken en productinformatie kun je ook kijken naar documentatie over gebouwbeheer en specificaties van jouw fabrikanten. Remote onderhoudt een verzameling resources en services voor integratie en beheer; zie de algemene site voor meer context: Remote.

Conclusie

BACnet is meer dan een protocol: het is de technische ruggengraat voor interoperabele gebouwautomatisering. Met een goed ontworpen BACnet-architectuur kun je energie- en comfortprestaties monitoren, regelstrategieën optimaliseren en efficiënt rapporteren voor GACS. Het correct ontsluiten van BACnet-data ondersteunt onderhoud, datamonitoring en toekomstbestendigheid van je installatie — en maakt beheer voor gebouwbeheerders overzichtelijker. Voor concrete voorbeelden en oplossingen rondom datamonitoring kun je terecht bij de documentatie over datamonitoring.